Home Wijngebieden   Info Nieuws Onze producten   Degustaties   Prijslijst Contacteer ons   Wijn bestellen  

Bonsella CommV Oudebaan, 34  9280 Lebbeke - BTW: BE  0839.838.272 - e-mail: info.bonsella@gmail.com       Algemene voorwaarden

Privacyverklaring


BONSELLA


Pinot Noir


Het blauwe druivenras, Pinot Noir,  heeft zijn faam in de eerste plaats te danken aan grote rode Bourgognes.

De druiventros lijkt in vorm op een pijnboomappel ofte "pinot".

Pinot Noir bestaat al méér dan 2000 jaar en zijn oorsprong hebben in het Nijldal. Vanuit Egypte zou de verspreiding vooral door de Romeinen plaatsgevonden hebben. In de Romeinse tijd stond de druif bekend als Helvenacia Minor. Er zijn aanwijzingen dat de druif in de Côte de Nuits in Bourgogne (Frankrijk)  al in de vierde eeuw na Christus werd verbouwd, de eerste vermelding op schrift dateert echter van 1375.

Pinot Noir staat voor subtiliteit, charme en soepel fruit en lijkt in alles de tegenhanger van de Cabernet Sauvignon.

Aangezien pinot noir een moeilijke druif is, is zijn verspreiding niet onbeperkt. Hij gedijt alleen in relatief koele gebieden het beste nog op een warme, voedzame en vochthoudende bodem.  Hij is gevoelig voor lentevorst en coulure (*).

Buiten Bourgogne blijkt het niet altijd eenvoudig om dit ras te verbouwen waardoor hij een veel geringere verspreiding kent dan bijvoorbeeld de Cabernet .

Zeer kenmerkend voor Pinot Noir is zijn 'terroirgevoeligheid'. De kleinste nuanceverschillen in bodem en klimaat zijn al in zijn wijnen terug te proeven, te meer omdat Pinot Noir bijna altijd ongemengd blijft. Er valt dus niets te verdoezelen of te corrigeren.  


Haar favoriete grond is kalksteen, al dan niet vermengd met ijzerhoudende klei. Hij boekt de beste resultaten op goed gedraineerde bodems. Hoe warmer de plaats, hoe beter de wijn zal worden.

Een lang groeiseizoen en trage rijping bevorderen de aromavorming in de vruchten. De rijping ervan is relatief vroeg, dus dat maakt hem minder geschikt voor warme gebieden.

Pinot noir is gevoelig voor de omvang van de oogst, dus er dient flink gereduceerd te worden voor de pluk.

Interessant om weten is dat in Pinot Noir meer reservatrol voorkomt dan in andere blauwe druiven.  Reservatrol is een scheikundige stof die bijdraagt in het voorkomen van kanker.  Daarnaast bevat Pinot Noir ook veel saponines, dit is een stof die cholesterol afremt.

Deze druivensoort is in staat de meest fantastische wijnen voort te brengen, die zeer lang bewaard kunnen worden .

De bessen van de Pinot Noir zijn klein, groeien dicht op elkaar en hebben een dunne schil. De druif heeft slechts vier anthocyanen  (kleurstoffen) en geeft zodoende een kleurloos sap.  Pinot noir geeft wijnen met een goede kleur, extract en zuiverheid in geur en smaak.  Gebrek aan kleur en inhoud zal eerder het gevolg zijn van te hoge opbrengsten in de wijngaard en te korte inweking tijdens het wijnbereidingsproces.

Wereldwijd toont Pinot Noir wijn rood fruit, lage zijdezachte tannines en weinig kleur (gewoonlijk niet zo’n heel donkere kleur).

Hij is charmant in z'n jeugd met een relatief snelle evolutie. Goede oude Pinot Noir heeft een unieke combinatie van delicaatheid en kracht. De wijnen hebben zelden dezelfde intensiteit als die van cabernet sauvignon of syrah, maar pinot noir kan ook wijn leveren met kleur en structuur.


Pinot Noir levert zeer aromatische wijnen met aantrekkelijke geuren van framboos, aardbei, kers, frisse rode bosbessen, viooltjes, lichte rozen, humus, leer, truffel, wild, koffie en lichte tabak.  Kenmerkend is de fijne smaak die de wijn vanaf zijn jeugd heel toegankelijk maakt. Ondanks die zachtheid en soepelheid kunnen de betere Pinot noirs een lange flesrijping ondergaan. Vergeleken met de cabernet is hij over het algemeen rijker aan zuren en armer aan tannines.

In de jongere wijnen proeven we frambozen, aardbeien, kersen, viooltjes en kool. In de oudere wijnen treffen we meer aardse tonen en een bouquet dat doet denken aan wild en soms zelfs drop.


(*) Coulure is een Franse wijnterm die staat voor een verschijnsel dat zich tijdens de bloei van de wijnrank voordoet. Door hevige regenbuien  kan een grote hoeveelheid stuifmeel van de bloesem aflopen. Doordat het overblijvende weinige stuifmeel  kunnen dan minder bloesems bevrucht worden, waardoor dus ook minder druiven aan de ranken groeien. De plant dient dan alle opgenomen extracten uit de bodem  te concentreren in deze vruchten. Hierdoor verkrijgt men weliswaar een wijn van hoge kwaliteit.







  home pagina    naar info archief