Italië is een wijnland bij uitstek en ongelooflijk divers. Groot, gevarieerd en tegelijk ook onbekend. Nog voor de Romeinen heersten over Europa, woonden de Etrusken - een welvarend volk - in het gebied wat we nu Italië noemen. Van de 7e tot de 5e eeuw voor Christus verbouwden ze al wijn in Toscane.
De Etrusken leidden de uitlopers van de druivenstok over de takken van bomen. In streken waar geen bomen groeiden, gebruikten zij stokken. Waarschijnlijk waren zij de eersten die de planten snoeiden, omdat ze zagen dat de struiken te veel trossen hadden, waardoor niet alle druiven genoeg zonlicht kregen en ze te weinig suiker bevatten. Dit maakte de wijnen zuur. De wijnen werden bewaard in terracotta vazen.
De Romeinen verfijnden de wijn en zorgden voor een nog grotere bloei van de wijnbouw door de verspreiding van wijn tot ver buiten Italië..
Zij kwamen op het idee om de wijn in kelders op te slaan en hiervoor vaten te gebruiken. Omdat het drinken van wijn vaak veiliger was dan water, werden overal waar de Romeinse legers kwamen gelijk wat wijngaarden aangeplant om de manschappen van grote hoeveelheden wijn te voorzien.
Diverse bekende Romeinse schrijvers hebben over de wijnbouw geschreven: Vergilius over de streek ten noorden en ten zuiden van Rome en over Sicilia. En Plinius de Oudere schreef al in het jaar 70 na Christus dat Italië de grootste wijnproducent was.
Al meer dan 2.000 jaar wordt aldus in het hele land wijn gemaakt Door de verspreiding van wijnbouwgebieden in alle gewesten groeien de druiven er onder wisselende klimaatomstandigheden. In regel is het in het noorden wat koeler en natter dan het zuiden.
Italië is eeuwen lang een land geweest van onafhankelijke regio's, die elk een eigen identiteit ontwikkelden zowel in taal en gebruiken, in de keuken en in de wijnbouw. Italië heeft altijd open gestaan voor invloeden van buitenaf en dat heeft zijn sporen in de wijngaarden achtergelaten. Er zijn 20 wijnstreken verspreidt over het hele land. Elke streek is uniek en kent zijn eigen druivenrassen en klimaat. Dat zorgt voor een grote variëteit aan wijnen.
Als lid van de Europese Unie heeft Italië zich te houden aan de Europese wijnwet. Binnen het kader van de wet kan elke lidstaat wel een eigen systeem hanteren.
- Vino da Tavola, oftewel de tafelwijn. Een simpel, eenvoudig wijntje waar geen speciale eisen aan gesteld worden.
- De Indicazione Geografica Tipica (IGT) komt uit een bepaald geografisch gebied, maar voldoen niet aan de strengere eisen van een DOC.
- De Denominzatione di origine controllata (DOC). geeft niet alleen aan van waar je wijn vandaan komt, maar ook dat hij aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Het is de op één na de hoogste kwalifikatie
- De Denominazione di Origine Controllata e Garantita (DOCG) wordt toegekend voor de wijnen die voldoen aan de allerhoogste kwaliteitsnorm. Een wijn wordt pas DOCG als het consistent aan de hoogste kwaliteitseisen voldoet. Wijnen moeten gekeurd worden door een commissie voordat ze gebotteld mogen worden.
De belangrijkste provincies voor DOC- en DOCG-wijnen zijn Veneto, Piemonte, Toscana en Emilia-Romagna.