Dank zij de grote geologische en klimatologische diversiteit blijft Frankrijk let maar liefst 14 verschillende wijngebieden het beroemdste en meest veelzijdige wijnland ter wereld. Terroir is de benaming die gegeven wordt voor de combinatie van klimaat, bodem en ligging. Alle denkbare combinaties van grondsoorten zijn aanwezig, samen met een landklimaat, een zeeklimaat of een mediterraan klimaat. De temperaturen lopen ook zeer op vanuit het koele noorden tot het zeer warme noorden. In sommige streken is de druif zelfs ondergeschikt aan de terroir, die heel belangrijk voor de wijnmaker.
Hun wijngebieden zoals Champagne, Bordeaux, Bourgogne, Elzas, Loire en Rhône met hun druivensoorten waaronder Cabernet Sauvignon, Chardonnay, Merlot en Sauvignon Blanczijn een voorbeeld geweest voor vele wereldwijnlanden. Door haar unieke veelzijdigheid zal Frankrijk weliswaar een toonaangevend land blijven.
De Grieken introduceerden ongeveer 600 jaar vóór Christus in het zuiden van Frankrijk de wijn en met de stroom van de rivieren mee werd heel Gallië beplant met wijnstokken. De Romeinen zorgden er later voor dat wijnbouw een bloeiende tak werd. Bij het instorten van het Romeinse rijk is er de wijnbouw niet gestagneerd. Karel de Grote stimuleerde voornamelijk de wijnbouw. In de middeleeuwen waren de kerken de grootste wijngaardbezitters en zorgden de monniken voor de aanleg en cultiveren van druivenrassen in de wijngaarden het hele land en werd wijn het belangrijkste exportproduct van Frankrijk. De ontwikkeling van de wijnbouw bereikte haar hoogtepunt in de 18e eeuw toen verschillende nieuwe technieken ontwikkeld werden en met de officiële classificatie van Bordeaux ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling in 1855.
Het dieptepunt volgde in de 19e eeuw met de vernietiging van alleen al 2,5 miljoen hectare in Frankrijk door de Phylloxera, de druifluis. Door het enten van hun druivenrassen op Amerikaanse immune onderstammen werd de Europese wijn gered van de ondergang. Na de 2e wereldoorlog zijn veel wijnproducenten overgegaan op massaproductie, alhoewel er ook nog steeds veel kleinschalige wijnboeren zijn.
Elke streek heeft haar eigen druivenrassen, die men terug kan vinden in de hele wereld. In tegenstelling tot vele andere landen is het gebruik van een specifiek druivenras vastgesteld in veel wijngebieden in Frankrijk . Het is wel toegestaan om een andere druif te gebruiken, maar dan mag de wijnmaker de appelation niet gebruiken.
In 1935 werd de wet op de AOC, appellations d'origine contrôlée, ingevoerd.
Een AOC definieert de begrenzing van het herkomstgebied en de wijze van vinificatie. Dankzij het gebruik van AOC weet de consument precies wat men koopt. Op deze manier weet de consument wel wat hij drinkt, rode wijn uit de Bourgogne is van Pinot Noir gemaakt, Pomerol van Merlot, Sancerre van Sauvignon.
Naast AOC zijn er nog meer herkomstbenamingen zoals Vin de table, waarbij de druiven uit het hele land kunnen komen. Daarnaast is er Vin de Pays met een gedefineerde herkomst – een streekwijn dus. De bekendste is Vin de Pays d'Oc uit het zuiden van Frankrijk. Naast de nationale regels zijn er ook regels binnen een streek, een goed voorbeeld daarvan is de benaming Cru.
In bijvoorbeeld de Bourgogne is een cru een wijngaard, een stuk grond. De wijngaard met de hoogste kwaliteit is er een Grand Cru, daarna komt de Premier Cru. De Grand Cru wordt benoemd naar de eigen naam van de wijngaard en de Premier Cru heeft altijd de gemeentenaam.
In de Champagne slaan de begrippen Grand en Premier Cru op de kwaliteit van de druiven uit het betreffende dorp. In de Bordeaux werkt men sinds 1855 met de classificictie Grand Cru Classé, met een onderverdeling van 5 klassen. Deze classificatie is van toepassing op het wijnbedrijf en dus niet de wijngaard.
Languedoc-Roussillon vormt de grootste wijnstreek en strekt zich uit langs de zuidoost kust van de Rhône tot aan de Spaanse grens. Het gebied met schrale hellingen, een droog klimaat en veel zon biedt in principe de ideale natuurlijke omstandigheden die nodig zijn voor het maken van mooie wijnen.