Chardonnay
De Chardonnay druif maakte witte wijn populair bij het grote publiek. In bijna alle wijnbouwgebieden in de wereld komt de Chardonnay druif voor. Het grote voorbeeld van een grote chardonnay-wijn is natuurlijk de witte bourgogne, die men in de nieuwe wereld kopieerde, net zoals men dat ook met de druivensoorten van de andere bordeauxwijnen - cabernet sauvignon en merlot - heeft gedaan.
Deze druif werd in de 16e eeuw in Frankrijk voor het eerst ontdekt, maar ze werd pas geregistreerd tegen het einde van de 17e eeuw. De naam van de druif is afgeleid van het plaatsje Chardonnay in de Bourgognestreek. In het verleden werd de druif vaak verward met de Pinot Blanc. Dat is niet zo vreemd, want uit DNA onderzoek is gebleken dat de druif afstamt van de Pinot en de onbekende Gouais blanc.
Een grote troef van de chardonnay druif is dat ze zich bij aanplanting aan zijn omgeving gemakkelijk aanpast. Klimaat en aroma gaan samen.
Men denkt wel eens dat men bij chardonnay een soort vettigheid vol hout- en boteraroma’s dient te associeren. Men liet in Frankrijk chardonnaywijnen graag rijpen in eikenhouten vaten waardoor aroma’s van hout, rook, vanille en cocos vrijkwamen. Deze trend heeft er toe geleid dat witte wijn met een houtaroma vaak geassocieerd wordt met chardonnay. Het lijkt daarom alsof druif en hout onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Door het warmere klimaat in Zuid Afrika zijn zuren minder prominent aanwezig en is malolactaatomzetting (appelzuur wordt omgevormd naar melkzuur en CO2) minder noodzakelijk.
De chardonnay druif heeft een dunne schil, levert hoge opbrengsten en rijpt vrij vroeg in het seizoen. Chardonnay produceert een hele waaier aan aroma’s, afhankelijk van het klimaat waarin de druivensoort groeit. Hoe kouder het klimaat, des te strakker de aroma’s en des te hoger de zuurgraad (groene appel, onrijpe peer en witte bloesem).
Chardonnay wijnen worden gekenmerkt door hun volle, ronde smaak. Ze is echter zo veelzijdig dat de wijnen kunnen variëren van fris en fruitig (zonder houtrijping) tot vol en romig (met houtrijping). De populaire houtgerijpte exemplaren hebben vaak aroma´s met tropisch fruit, honing, boter, toast, noten en vanille en zijn meestal soepel, zacht en rond van smaak. De exemplaren zonder houtrijping zijn een stuk frisser met toetsen van citrusfruit, ananas, appel, meloen en perzik.
Bij chardonnaywijnen kan een grote verscheidenheid aan wijntypes schuilgaan. Het karakter wordt voornamelijk bepaald door het terroir waar de druif geteeld werd en het vinificatieproces dan door de typische smaak van de chardonnay druif. De druif beschikt over een aanzienlijk aanpassingsvermogen in de verschillende klimaatzones en kan weliswaar gedijen in verschillende bodems zoals kalk, zand, klei, … . In de warmere gebiedern resulteert dat in volle, rijke wijnen, in de koelere regio’s in wijnen met fijne aroma’s van citrusvruchten.
De vinificatie speelt natuurlijk ook een belangrijke rol. Gaan ze de druiven snel persen en vergisten of gaat dit proces langer duren. Wordt malolactaatomzetting toegepast en beslist de wijnmaker om de wijn op eiken vaten te laten rijpen. Men dient daarom te letten op de termen ‘unoaked’ , ‘unwooded’, ‘barrel matured’ en ‘reserve’ die op het etiket gebruikt worden.
Men is trouwens minder geneigd om deze wijnen in houten vaten te laten rijpen waardoor de rijke chardonnays terrein verliezen aan fruitige en minerale varianten.
De kleur van Chardonnay wijnen varieert van licht groengeel tot intens geel. Alle topwijnen gemaakt van chardonnay ondergaan min of meer dezelfde veroudering op fles. Hun kleur zal daardoor donkerder (goud en oker) worden, terwijl hun aroma’s dieper worden en evolueren tot honing, noten en soms naar iets van gekonfijte citroen.
Zuid-Afrika zette in vrij korte tijd fijn gemaakte chardonnays met een eigen stijl op de wereldmarkt.
En voor we het vergeten te melden, Chardonnay wordt naast Pinot Noir en Pinot Meunier natuurlijk als basis gebruikt voor Champagnes, inclusief voor Zuid-Afrikaanse vonkelwijnen volgens de Methode Cap Classique.